2015 : Makrina Gudiel

Mensenrechtenactiviste Makrina Gudiel Alvarez krijgt Quetzalprijs

28-10-2015
Op 22 oktober ontving Makrina Gudiel Alvarez de Quetzalprijs voor mensenrechten en democratie in Guatemala. De prijs wordt om de twee jaar uitgereikt door Guatebelga vzw met de medewerking van het Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC). Een internationale jury roemde Alvarez om haar blijvende inzet op het vlak van mensenrechten in een land dat nog steeds de naweeën van een burgeroorlog voelt. “Hoop is de belangrijkste leidraad voor een mooie toekomst.”
Makrina Gudiel Alvarez: “Ik ben blij dat de bevolking wakker is geworden na jaren van manipulatie. Er is duidelijk een ‘Guatemalteekse Lente’ aan de gang.” | (c) KU Leuven – Rob Stevens

“Ik ben zeer vereerd met de Quetzalprijs”, zegt mensenrechtenactiviste Makrina Gudiel Alvarez (52). “Hij motiveert me om mijn strijd in Guatemala verder te zetten, vooral op het vlak van overgangsjustitie. Guatemala was tot 25 jaar geleden verwikkeld in een burgeroorlog tussen het regeringsleger en linkse groeperingen die streefden naar meer vrijheid. Het is nog steeds niet makkelijk om een brug te slaan tussen het vorige, dictatoriale beleid en een nieuw democratisch bestuur dat respect heeft voor de mensenrechten. Ik merk dat de situatie geleidelijk aan verbetert, maar er is nog heel wat werk aan de winkel. De corruptie is nog steeds niet verdwenen.”

Persoonlijke queeste 

Al van jongs af aan zet Alvarez zich in voor de mensenrechten in haar thuisland. Tijdens de burgeroorlog nam ze samen met haar vader en broer deel aan boerenmanifestaties en protesten tegen de staat. “Iedereen die er een andere gedachte op nahield dan die van de dictatoriale president, werd door het regeringsleger onder handen genomen. Ze verdachten studenten, priesters en Maya-indianen ervan ‘communistisch’ te zijn. In die periode werden meer dan 40.000 mensen ontvoerd of vermoord. Mijn broer was een van hen. Omdat ik iets wilde doen aan die wantoestanden sloot ik me aan bij het URNG, een guerrillaleger dat later werd omgevormd tot een linkse politieke partij.”

“In 1996 kwam een eind aan de burgeroorlog. Samen met mijn vader heb ik me toen ingezet voor de uitvoering van de opgelegde Vredesakkoorden. Er werd een Waarheidscommissie opgericht en de misdaden moesten in kaart worden gebracht. Tijdens een van de onderzoeken stootten we op een militair dossier waarin 183 namen van ontvoerde Guatemalanen werden vermeld. Ook de plaats waar ze werden ontvoerd en de manier waarop ze stierven, stond beschreven. Met dat bewijsstuk konden we aantonen dat de verdwijningen en moorden in opdracht van de staat gebeurden. Dat werd tot dan toe altijd ontkend. Voor mij was het een belangrijke drijfveer voor mijn engagement. Dat ik bovendien de naam mijn broer in het dossier aantrof, maakte er ook een persoonlijke queeste van.”

Geen slachtofferrol 

Het dossier was voor Alvarez en haar vader de aanleiding om in 2004 samen met de familieleden van 24 andere slachtoffers een proces aan te spannen tegen de Guatemalteekse staat. “Nadat mijn vader voor het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten getuigde over de verdwijning van mijn broer, werd hij vermoord door aanhangers van het vroegere regime. Dat was een enorme schok. Mijn vader is altijd een grote inspiratiebron voor me geweest. Hij was een catechist en had nauwe banden met de Vlaamse scheutisten die in Guatemala ijverden voor meer vrijheid voor het volk. Mijn vader trachtte de bevrijdingstheologie in de praktijk te brengen: het besef dat iedereen recht heeft op een vol en respectvol leven. Ik zet zijn engagement verder. Ik neem geen slachtofferrol op, maar wil iets doen aan de onrechtvaardigheid die in het systeem zit ingebakken.”

Na de moord op haar vader besliste de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten in Washington een rechtszaak bij het Hof in San José aan te spannen tegen de staat. Er volgde een veroordeling, waardoor Alvarez erin slaagde de zaak te laten onderzoeken door het Openbaar Ministerie voor Mensenrechten in Guatemala. “Maar dat onderzoek liep spaak. De corruptie was nog te groot. Veel grote namen binnen het leger, die verantwoordelijk zijn voor de wantoestanden tijdens de burgeroorlog, zijn nooit veroordeeld en hebben nog heel wat invloed. Ik heb dan beslist om de zaak terug op het niveau van het Inter-Amerikaans Hof aan te klagen. Met succes, want de staat werd veroordeeld. Het Hof besliste dat er een wettelijk kader gecreëerd moet worden ter bescherming van wie de mensenrechten verdedigt. Dat beschouw ik als mijn grootste verwezenlijking.”

Haar inzet als mensenrechtenactiviste heeft veel opgebracht, maar een makkelijk bestaan hield Alvarez er niet aan over. Ze leeft met een permanent angstgevoel en krijgt tot op vandaag doodsbedreigingen. “Ik heb voortdurend schrik dat me hetzelfde zal overkomen als mijn vader. Het oude regime heeft nog heel wat aanhangers: paramilitairen die deel uitmaakten van het leger dat verantwoordelijk is voor de moorden en ontvoeringen. Zij zitten ook achter de moord op mijn vader. Maar het ergste is dat die angst mijn gezondheid heeft geschaad. Ik slaap amper, heb keelproblemen en een pijnlijke en onregelmatige menstruatie. Toch wil ik hier niet meer weg. Ik heb het recht om in mijn land te blijven.”

Macht aan de massa 

Alvarez blijft geloven in een betere toekomst voor Guatemala. “Op dit moment zijn er grote veranderingen op til”, zegt ze. “In september moesten president Otto Pérez en zijn vervangster Roxana Baldetti aftreden vanwege een smeergeldaffaire. Het volk was woest en kwam massaal op straat. Ze eisten dat de twee gevangen genomen werden. Ik ben blij dat de bevolking wakker is geworden na jaren van manipulatie. Er is duidelijk een ‘Guatemalteekse Lente’ aan de gang. De sociale media zijn daar een belangrijk wapen in. Tv- en radiozenders worden gecontroleerd door de staat, en slagen erin de bevolking onder de knoet te houden. Maar via Facebook en Twitter wordt die berichtgeving voortdurend weerlegd.”

Volgens Alvarez is het vooral de jonge generatie die iets kan veranderen aan de wantoestanden in het land. “Ik wil hen dan ook oproepen om hun sociale verantwoordelijkheid op te nemen”, zegt ze. “Daarbij is het belangrijk dat ze de juiste kennis opdoen en gedreven zijn om iets te veranderen. Het blijft een werk van lange adem, maar ze moeten geloven in de goede zaak. Hoop is de belangrijkste leidraad voor een mooie toekomst. Maar bovenal moeten we samenwerken. Als individu sta je nergens. De macht is aan de massa.”

Pieter-Jan Borgelioen 

Guatebelga vzw werd opgericht in 2001 om de familieleden van Vlaamse slachtoffers van de repressie in Guatemala te ondersteunen in hun zoektocht naar waarheid en gerechtigheid. Hier vindt u meer info. Om de twee jaar reikt Guatebelga de Quetzalprijs voor mensenrechten en democratie in Guatemala uit, met de medewerking van het Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC). Dit jaar vond de uitreiking plaats in Hogeschool VIVES in Kortrijk.

Makrina Gudiel

Artikel “Kan Guatemala lachen met een komiek als president?” uit  Mo Magazine

Artikel “Mensenrechtenactiviste Makrina Gudiel Alvarez krijgt Quetzalprijs” KU Leuven Nieuws