Walter Voordeckers

Walter bij Doop
Walter bij doop

Walter Voordeckers (Turnhout, 2 september 1939-Santa Lucia Cotzumalguapa, 12 mei 1980) was een Vlaamse Scheutist. Hij werd in Santa Lucia Cotzumalguapa vermoord op straat op weg naar het postkantoor. Hij is begraven op het kerkhof van Santa Lucia Cotzumalguapa.

Biografie

Walter Voordeckers was de 2e zoon van de 10 kinderen van (Alfons) Emiel Voordeckers en Julia Van Kuijk, handelaar in Turnhout. Hij was geen primus op school en heeft een aantal middelbare scholen bezocht. Later trad hij in bij de Scheutisten, een missionaire congregatie. Daar werd hij priester. Walter opteerde ervoor om zijn missionair engagement in Guatemala – een land in Midden-Amerika – op te nemen.
Hij was in de familie gekend als een belhamel en een rebel maar met de beste bedoelingen.

Werk in Guatemala

Hij werd pastoor in Santa Lucia Cotzumalguapa in het Departement Esquintla. Hij engageerde zich voor de arme bevolking geïnspireerd door de bevrijdinstheologie. Door de grote landbouwbedrijven werd de lokale bevolking onderdrukt. Met de catechisten ondersteunde hij de bevolking in hun strijd voor hun mensenrechten. Bij een preek haalde hij ook uit naar de grootgrondbezitters.

Sabbatjaar in België

Hij werd met de dood bedreigd en in 1979 werd hij door zijn hiërarchie naar België teruggestuurd omdat “het er tegen zat” in Guatemala.

Bij zijn bezoek aan België, gaf hij aan dat hij vermoedde dat hij veilig was in Guatemala omdat ze buitenlanders niets zouden doen.

Terug naar Guatemala

Hij vertrok terug naar Guatemala, was geëngageerd in het opzetten van de grote staking van de CUC in januari 1980 en kwam daardoor verder in het vizier van de doodsescaders.

De CUC organiseerde een staking van 50 000 landarbeiders in de zuidkust van Guatemala, waarbij de grote landbouw-export bedrijven stil vielen en in sommige gevallen bezet werden.

De typische manier van werken van de doodsescaders was om hun slachtoffers te ontvoeren en ze daarna te laten verdwijnen. Walter had zich voorgenomen zich niet te laten ontvoeren. Hij zou gaan lopen.

Een paar weken voor zijn dood werd hij gevraagd om het sacrament van de zieken toe te dienen aan een parochiaan die op sterven lag. Walter vertrouwde de zaak niet, vermoedde een valstrik. Hij beloofde de zieke persoon de volgende dag te bezoeken. Achteraf bleek zijn vermoeden gegrond.

Moord

Op 12 mei 1980 ’s morgens verliet hij de pastorij om een brief te psoten in het nabij gelegen postkantoor. Op de terugweg kwam een jeep met gewapende mannen langsrijden en stopte. De inzittenden trachtten hem te ontvoeren, maar Walter zette het op een lopen en werd neergeschoten. Kort nadien overleed hij.

De moord werd breed verslagen in de Belgische pers, vragen werden gesteld in het parlement, maar daarna werd het stil.

De familie zag er van af om zijn lichaam te repatriëren omdat hij beter bij zijn mensen kon blijven in Guatemala.

Rechtszaak

In 1997 gingen familieleden van Belgische slachtoffers van de repressie in Guatemala op bezoek in Guatemala om de waarheid te vinden. Ondanks de vele gesprekken, bleek er bij de overheden zeer weinig animo om voor opheldering te zorgen.

De familieleden lieten het daar niet bij en na de nodige voorbereidingen en consultaties, legden ze klacht neer op grond van de genocidewet tegen de verantwoordelijken in Guatemala.

Het onderzoek nam meer dan 20 jaar in beslag. In 2022 krijgt het hopelijk zijn beslag.

Herdenkingsvideo