Profiel van Bernardo Caal Xol

Bernardo Caal Xol

Bernardo Caal Xol is leider van een inheemse gemeenschap in Cahabón, departement Cobán in het noorden van het land. In die streek zijn sinds 2015 transnationale bedrijven werkzaam om elektrische energie te winnen. Daarvoor hebben ze installaties opgesteld in de rivieren Oxec en Cahabón en het water gedeeltelijk omgeleid. Tot groot protest van de lokale bevolking. Deze protesteert bovendien tegen de schade aan het leefmilieu en tegen het feit dat de aanwezigheid van het bedrijf de lokale gemeenschappen onder elkaar verdeelt, terwijl de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen niet eens voordelen oplevert voor de lokale inwoners.

Bernardo Caal hing bij het gerecht drie klachten aan tegen de bouw van de hydro-elektrische centrales Oxec en Oxec II. In het project participeren onder meer het Spaans bedrijf Cobra en het Israëlisch bedrijf  Solel Boneh.

De eerste klacht ging over het feit dat de bedrijven geen rekening hielden met de verplichting om de lokale bevolking te consulteren over haar aanwezigheid en activiteiten. In augustus 2017 gingen de gemeenschappen zelf over tot een volksreferendum. 30.000 personen spraken zich uit tegen de aanwezigheid van het bedrijf.

De tweede klacht die Bernardo Caal indiende ging over het illegaal kappen door de projectverantwoordelijken van vijftien hectare bos. In het begin gaf het gerecht hem gelijk voor die klachten.

De derde klacht ging over het feit dat de tweede fase van het project Oxec uitgevoerd werd op terreinen van de staat. Maar door manoeuvres en onterechte beschuldigen van de bedrijfsleiders werd hij begin 2018 in voorhechtenis genomen.

‘Het gerecht is een serpent dat enkel de mensen op blote voeten bijt,‘ zei hij op dat ogenblik.

‘Ik lever me over aan de tribunalen, ik ga naar de gevangenis, om het even hoe lang ik moet zitten. Het gaat erom aan te tonen dat wij queqchíes  onze waardigheid hebben en om de corruptie te overwinnen, die in alle instanties van de regering hoogtij viert, vanaf het ministerie voor energie en mijnbouw tot en met de gemeenteraad van  Santa María Cahabón.’

Op 9 november 2018 werd hij, na een lastercampagne en verschillende gevallen van intimidatie, uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar en vier maanden, zogenaamd voor ‘illegale aanhoudingen’ en ‘diefstal met geweld.’ De beschuldigingen houden concreet verband met de protesten in oktober 2015. Werknemers van een onderaannemer die de bouwwerken van de waterkrachtcentrale uitvoert, beweren dat ze werden vastgehouden en beroofd door lokale inwoners van de gemeenschap, onder leiding van Bernardo Caal. In feite belette de getroffen gemeenschap de werknemers de ruimte te verlaten vooraleer zij haar standpunten en grieven voorgelegd had. Ondertussen is Bernardo in beroep gegaan. Vraag is hoelang het zal duren eer die zaak voorkomt.  

Volksverzet van Cahabón tegen de bedrijven – foto: BPI

De criminalisering van sociale en van inheemse leiders die hun grond en natuurlijke rijkdommen beschermen en de strafrechtelijke vervolging tegen hen via het gerecht zijn een strategie die steeds vaker wordt gebruikt.

Internationale organisaties zoals Greenpeace en Solidaridad Internacional hebben geijverd om zijn vrijheid te bekomen. De Speciale Rapporteur van de VN voor de Rechten van Inheemse Volkeren, Victoria Tauli-Corpuz, ontmoette hem in de gevangenis. Ook een delegatie van Europarlementsleden die eind oktober 2018 het land bezocht, bracht de zaak van Bernardo Caal onder de aandacht. De internationale belangstelling voor de case kon zijn veroordeling tot meer dan zeven jaar gevangenisstraf echter niet tegenhouden.

 

Elke dag dat Bernardo Caal Xol in de gevangenis doorbrengt is er een teveel. Al was het nog maar om de waarschuwingen die we aantreffen in het rapport van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten (CIDH) over Guatemala voor de periode van 2018. Daar lezen we:

‘Wat betreft de personen  die in gevangenissen van hun vrijheid beroofd zijn stelt het rapport vast dat het Guatemalteeks systeem voor detentie hoofdzakelijk gekenmerkt wordt door overbevolking, het excessief gebruik van voorhechtenis en de vertraging van het gerecht. Bovendien zijn de armzalige omstandigheden die heersen binnen de muren, de hoge graad van gewelddadigheid, het gebrek aan daadwerkelijke programma’s voor sociale re-integratie, de corruptie en de afwezigheid van effectieve controle op de autoriteiten binnen de muren van de gevangenissen kenmerkend.’   

Guido De Schrijver